Reactie van de Alliantie voor een Rechtvaardig Amsterdam (ARA) op de nota’s ‘Actief Armoedebeleid Amsterdam’ en de nota ‘Meerjarenbeleidsplan Participatie’.
29-04-2009
Samenvatting
Armoedebestrijding is mensen de ruimte geven hun eigen leven vorm te geven, ruimte te bieden voor eigen keuzes, en eigen initiatieven en voorstellen te ondersteunen en te faciliteren. Op deze wijze kunnen mensen enthousiast worden om zelf iets aan hun situatie te doen, samen met anderen, juist vanuit zichzelf.
Helaas kunnen wij wat dit betreft in de nota weinig aanknopingspunten vinden. De nota’s van de wethouder kennen twee gezichten. Enerzijds houdt de wethouder een monoloog over hoe armoedebestrijding moet worden aangepakt. Daarbij wordt de controlemaatschappij verder uitgewerkt. Een stoet van nieuwe functionarissen moet de straat op om mensen te volgen, te benaderen en te controleren. Er komen meer verplichtingen. En er komen nieuwe bureaucratische procedures om mensen te classificeren, effecten van maatregelen te meten en te evalueren en weer nieuwe indelingen te maken. Het zijn plannen en maatregelen die van bovenaf aan de mensen worden opgelegd. De mensvisie die aan die maatregelen en systemen ten grondslag ligt, zal ons inziens niet leiden tot werkelijke armoedebestrijding.
Anderzijds benadrukt de wethouder het belang van zelforganisaties en het maatschappelijk middenveld. Wij zijn blij dat de wethouder toch ook het besef heeft dat de staat het niet alleen kan, dat initiatieven vanuit de bevolking zelf ondersteund moeten worden en dat hun invloed van belang is. Maar veel dingen blijven in dit opzicht onbesproken. De overheid wil de zelforganisaties bij het beleid betrekken, maar hoe dan? Het enige wat daarover wordt gezegd, is dat er een onderzoek moet komen. Zoals het nu geformuleerd is, zijn de zelforganisaties het verlengstuk van de uitvoeringsorganisaties in de steeds verder ontwikkelde controlemaatschappij. Voor die rol passen wij.
Wij gaan in de nota verder in op verschillende concrete punten, nl. de aanbestedingen, de social return, de positie van de bewonersadviseurs en assistent-bewonersadviseurs, de trainingen van leden van zelforganisaties, de positie van ouders met kinderen, etc.
Ten slotte wijzen wij op de gevaren van enerzijds een toenemend wantrouwen bij zelforganisaties en hun achterban over de overheid en anderzijds de monologen die de overheid daarop houdt en het eenzijdige beleid dat zij daarbij uitvoert. Deze situatie bestaat al langer, hoezeer bestuurders ook zeggen voeling te hebben met de dagelijkse praktijk, waarbij ze de wijken ingaan om met de mensen te praten.
Uitgebreide reactie op de nota’s
Onlangs heeft de wethouder twee nota’s gepubliceerd o.a. in reactie op de plannen die een door hemzelf ingestelde Commissie Koopmans heeft gepresenteerd. Deze reactie kent twee gezichten.
Opgesomde voorgenomen maatregelen
Enerzijds worden tal van maatregelen opgesomd die in onze ogen het intensief volgen van een beperkte groep in de samenleving (alle mensen tot 110% van het minimuminkomen) moet vergroten. Nieuwe ambtenaren of uit het W-deel van de WWB gefinancierde functionarissen moeten de straat op, bij de huizen langs gaan, achter de voordeur kijken, gesprekken met mensen voeren, informatie verzamelen, regelingen uitleggen. En, voegen wij daaraan toe: onregelmatigheden doorgeven aan de daartoe bevoegde instanties. Dit gaat gepaard met een nieuw stelsel van verplichtingen. Verplicht budgetbeheer voor een nog uitgebreidere groep in een nog vroegtijdiger stadium, afhankelijk maken van inkomensvoorzieningen van reïntegratietrajecten en andere verplichtingen. Van bovenaf tracht de staat in reactie op het niet gebruiken van voorzieningen en de verarming in de stad het in de gaten houden van de burgers te vergroten, zodat zij het (geactiveerde) gedrag zullen gaan vertonen dat de staat graag van hen ziet. Dit motiveren de ambtenaren en hun bestuurders met het argument dat dit goed is voor de mensen en dat dit ertoe zal leiden dat zij uit de armoede komen.
Meerjarenbeleidsplan
De reactie op de voorstellen van de commissie Koopmans moeten worden gezien in het kader van de gelijktijdig gepresenteerde nota ‘Meerjarenbeleidsplan Participatie 2009-2012’, dat ieder jaar wordt herzien. Deze tekst kan worden gezien als een ambtelijk-neoliberale reactie vanuit een theoretisch kader dat ontwikkeld is voor de economische crisis, ook al wordt die crisis op enkele plaatsen genoemd. De nota is geschreven vanuit het besef dat de gemeente maar een beperkte invloed heeft op de maatschappelijke ontwikkelingen. Maar tegelijkertijd is het een wanhopig pogen, als gemeente zoveel mogelijk invloed uit te oefenen. De gemeente is ambitieus in het tegengaan van tendensen in de stad die zouden leiden tot steeds meer sociaal isolement, achterstelling, armoede en verminderde kansen (analfabetisme) van een groeiende groep stadsbewoners.
In het eerste deel van de nota worden de ambitieuze doelstellingen in fraaie bewoordingen geschetst, maar verderop in de nota komen de beperkingen, worden de ambities en streefcijfers drastisch afgebouwd. Zo zal nog in 2010 30% van de jongeren tot 27 jaar die worden aangemeld bij de jongerenloketten of die zichzelf aanmelden, niet in het zogenaamde ‘gesloten’ systeem opgenomen zijn. (Op dit moment is het percentage veel hoger, het gaat om een streefcijfer.)
Zo wordt de totale groep inwoners met een potentiële taalachterstand geschat op 138.000 inwoners. Het lijkt hierbij zowel te gaan om mensen die maar beperkt gealfabetiseerd zijn als om mensen die gebrekkig Nederlands spreken. Maar, zegt de nota, het gaat om een potentiële doelgroep. Dus vervolgens worden daar verschillende categoriën van afgetrokken (bv mensen die in Nederland op de lagere school hebben gezeten) en brengt men het aantal kunstmatig omlaag tot 33.000 zonder dat men verder over informatie over de buiten beschouwing gelaten groepen beschikt. Terwijl bekend is dat analfabetisme en slechte beheersing van het Nederlands ook voorkomt onder mensen die op de lagere school hebben gezeten. En maar een beperkt aantal van die 33.000 komt daadwerkelijk op een alfabetisatie- of taaltraject. De ineffectiviteit van het gevoerde beleid kan behalve bij de resultaten van de particuliere reïntegratiebureau’s ook worden afgemeten aan de schuldhulpverlening: slechts 25% van de trajecten heeft resultaat. Dit wil men in 2010 omhoog brengen naar 50%.
Neoliberale visie
Wij hebben hiervoor gezegd dat de nota de neoliberale visie van voor de economische crisis ademt. Wat houdt deze visie in? Het besef dat marktwerking het domein is van de economie waarop de overheid weinig of geen invloed heeft, en dat het menselijk individu een wezen is dat het beste op de markt zijn of haar eigenbelang kan nastreven en dat alles moet worden gedaan om mensen zover te krijgen. De participatieladder die nu niet alleen op bijstandsgerechtigden toegepast gaat worden maar op een veel uitgebreidere groep van de bevolking, streeft ernaar individuen zoveel mogelijk klaar te stomen voor een arbeidsmarkt, waarvan de ontwikkelingen volledig als een gegeven van buitenaf worden beschouwd. Illustratief voor de mensvisie die uit de nota spreekt en die de basis is voor de participatieladder, is de opsomming van de drijfveren van mensen. dat zijn er vier:
- Zelfredzaamheid: niet voor alles hulp hoeven te vragen
- Zekerheid: zekerheid over geld, de toekomst, verblijfstatus. Zorg en hulpverlening
- Werk: niet je ‘hand ophouden’ maar zelf in je levensonderhoud voorzien
- Ontplooiing: jezelf willen ontwikkelen, nieuwe dingen leren, je eigen kansen vergroten.
Alle vier dus: hoe kan ik er zelf als individu beter van worden. Hoewel wij ook vinden dat bovenstaande punten van belang zijn, kan toch de volgende vraag gesteld worden: waar blijven de drijfveren van de mens als sociaal wezen? Waar is de solidariteit met anderen, de wil om met anderen samen te werken, samen iets doen, kortom samen met anderen vorm geven aan de samenleving? De opsomming is geheel volgens de eenzijdige mensvisie van de neoliberale traditie: het individu moet vooral zijn of haar eigenbelang op de markt nastreven. Op deze mensvisie is verder het gehele beleid gebaseerd. De participatieladder, het streven naar werk, het onderwijs, de zorg, etc. En alles moet gemeten, geregistreerd en gecontroleerd worden en iedereen moet worden geclassificeerd, beoordeeld en begeleid worden. (Wat dan vervolgens, volgens de nota zelf, weer niet blijkt te kunnen) Zeer veel energie, tijd en geld en ambtenaren zal in dit proces gaan zitten, nog voordat de cursus of het traject daadwerkelijk kan beginnen. En de Universiteit van Amsterdam is ingehuurd om dit meet- en classificatieproces nog ingewikkelder te maken. Hoe wil de gemeente op deze manier ooit de sociale cohesie bevorderen, bereiken dat mensen gemotiveerd zijn vanuit zichzelf, mensen deel uitmaken van de samenleving?
Het belang van zelforganisaties
Anderzijds benadrukt- eigenlijk voor het eerst sinds lange tijd- de reactie van de wethouder op het Rapport Koopmans het belang van zelforganisaties: de wethouder wil het gesprek aangaan met de zelforganisaties, het maatschappelijk middenveld, het bedrijfsleven, om te kijken welke functie zij- wellicht in de vorm van een soort sociale alliantie- kunnen vervullen in het kader van de armoedebestrijding. Blijkbaar leeft bij de wethouder toch het besef dat de staat het niet alleen kan, dat een door de staat ontwikkeld beleid tot mislukken gedoemd is hoeveel controle en informatiestructuren en participatieladders ook ontwikkeld worden, als de burgers zich afwenden van de maatregelen die de staat neemt. Maar in de reactie worden de zelforganisaties gezien als het verlengstuk van het bovengeschetste overheidsbeleid: zij kunnen in veel opzichten het ‘voorportaal’ zijn van de professionele gemeentelijke organisaties die taken krijgen in het gemeentelijk beleid dat hiervoor geschetst is.
Armoedebestrijding door de overheid is in onze ogen niet het alsmaar meer controleurs, informatieverzamelaars, voorlichters en maatjes de straat opsturen en bij de huizen langsgaan om op mensen in te praten dat ze iets wel of niet moeten doen. En vervolgens andere functionarissen op basis van de verzamelde informatie weer nieuwe classificaties van burgers, regelingen, plannen, beleidsnota’s, methodieken over de beïnvloeding van burgers laten bedenken om het op papier mooie systeem nog verder uit te werken van bovenaf. Waarbij vervolgens de mensen weer worden benaderd met een voorgekookt keuzepalet waarin voorbijgegaan wordt aan oplossingen en oplossingsrichtingen die mensen zelf bedenken maar die even niet passen in de soms onnavolgbare regelwoede van het bureaucratisch apparaat en… de actuele situatie op de arbeidsmarkt.
Talloos zijn bij de zelforganisaties de klachten over bureaucratische, verstikkende regelgeving, over voorgekookte reïntegratietrajecten die niet aansluiten op de mogelijkheden, vaardigheden en wensen van de mensen die het moeten ondergaan, over miscommunicatie en spanningen tussen klanten en klantmanagers, over absurde verplichtingen en onbereikbaarheid van langs elkaar heen werkende functionarissen.
Wat dan wel?
Armoedebestrijding is mensen de ruimte geven hun eigen leven vorm te geven, ruimte te bieden voor eigen keuzes en eigen initiatieven en voorstellen te ondersteunen en te faciliteren. Op deze wijze kunnen mensen enthousiast worden om zelf iets aan hun situatie te doen, samen met anderen, juist vanuit zichzelf.
Daarbij moet niet alleen naar de groep van armen worden gekeken, moeten we ons niet blindstaren op het gedrag van een groep waarvan de leden vervolgens te maken krijgen met een stoet van duur betaalde begeleiders, classificeerders en daarbij behorende formulieren. Kijk naar de stad als geheel, als een samenhangend sociaal weefsel van talloze initiatieven, netwerken, organisaties, bedrijven en activiteiten. Het is een overheidstaak bruggen, verbindingen, relaties tussen die netwerken en individuen te bevorderen en hun initiatieven te steunen. En dat is niet in de laatste plaats ook een taak van de zelforganisaties van mensen met een minimuminkomen.
Amsterdam is bijvoorbeeld de stad van de media, van beeldende kunstenaars, theatermakers, musici en hun orkesten, schrijvers, wetenschappers en filosofen. Maak gebruik van hun kennis en creativiteit om samen met zelforganisaties van mensen met een minimuminkomen projecten te bedenken waarin de creativiteit, de mogelijkheden van de mensen met een minimaal inkomen op een positieve manier wordt aangesproken, zonder dat ze allerlei begeleiders op hun nek krijgen, die nog duur zijn ook, en rekening wordt gehouden met hun keuzes. Zeker worden talloze initiatieven en kunstuitingen op verschillende manieren door de gemeente ondersteund. Er wordt echter geen relatie gelegd met de bestrijding van verarming. Een voorbeeld uit vele is de beweging van het Theater van de Onderdrukten ontwikkeld door Augusto Boal. Het gaat hier om een wereldwijde beweging van theatermakers, kunstenaars, zelforganisaties, armen en anderen. Van de website http://www.theatreoftheoppressed.org: ‘Het Theater van de Onderdrukten is een systeem van oefeningen, spellen en technieken, om mannen en vrouwen datgene wat zij reeds in zich hebben te helpen ontwikkelen. De onderdrukten zijn die individuen of groepen die sociaal, cultureel, politiek, economisch, op basis van ras, van sekse, of op wat voor andere manier dan ook het recht op dialoog ontnomen worden, of op wat voor manier dan ook belemmerd worden om dit recht uit te oefenen. Het Theater van de Onderdrukten is gebaseerd op het principe dat alle menselijke relaties van nature op dialoog gebaseerd zouden moeten zijn: tussen mannen en vrouwen, etnische groepen, families, groepen en naties, zou dialoog de regel moeten zijn. Dialoog wordt gedefinieerd als het in vrijheid in contact treden met anderen, als persoon en als groep, in de samenleving als gelijke deel te nemen, verschillen te respecteren en gerespecteerd te worden. In de realiteit neigen alle dialogen ertoe monologen te worden die de verhouding onderdrukkers - onderdrukten creëren. Deze realiteit erkennende is het hoofdbeginsel van Theater van de Onderdrukten om de dialoog tussen mensen te herstellen. Samenvattend, het algemene doel van het theater van de onderdrukten is de ontwikkeling van essentiële mensenrechten’.
Op dat gebied zijn er al verschillende initiatieven in de stad. Wij kunnen het voorbeeld noemen van de Mobiele Picknicktafel, die met steun van het stadsdeel Centrum door Moving Arts Project i.s.m. de Bijstandsbond wordt ontwikkeld. Zelforganisaties zijn bij uitstek geschikt dergelijke initiatieven uit te breiden en te stimuleren, waarbij de mens als geheel in ogenschouw genomen wordt en niet een eenzijdige visie daarop. Zie ook www.mobielepicknicktafel.nl
Nog enkele voorstellen
Tijdens onze discussie over de voorstellen van de wethouder zijn verschillende andere punten naar voren gekomen:
BBL opleiding t.b.v. assistent-bewoners: wat ons betreft moeten dat soort functies gecreëerd worden bij zelforganisaties zelf, deze mensen kunnen een bijdrage leveren aan het versterken van de dienstverlening en bewoners ondersteuning. Maar we willen geen verlengstuk worden van DWI of welke gemeentelijke dienst dan ook. De functionarissen bij zelforganisaties moeten onafhankelijk zijn. Wanneer deze functies bij zelforganisaties gecreëerd worden, kunnen ze ook een bijdrage leveren aan het inkomensbeheer (op vrijwilligersbasis, advies, verwijzen naar professionele schuldhulpverlening, bescheiden schuldhulp aanpakken, vooral bij jongeren).
In de nota wordt melding gemaakt van trainingen. Maar zelforganisaties zijn zelf in staat daaraan vorm te geven. We zijn ertegen om weer een duur betaald bedrijf of een bureau in te schakelen om daar vorm aan te geven.
We pleiten voor een structureel overleg met gemeentelijke diensten. We pleiten voor korte lijnen om het contact tussen zelforganisaties en gemeentelijke diensten te verbeteren.
Wij juichen het toe dat gemeentelijke aanbestedingen worden gebruikt voor het bestrijden van armoede o.a. bij aanbesteding aan schoonmaakbedrijven enz. Maar meer in het algemeen mag men wel wat offensiever inzetten op fatsoenlijk werk of decent work. Gemeente als werkgever of invloed via aanbesteding / subsidie / vergunningen. Er wordt wel iets gezegd over Social Return maar dat bleef een beetje in het vage (voor mogelijke uitwerking zie laatste hfdst Beleidskader FNV.) http://www.fnv.nl/helpjezelf/lokaal/achtergrond/publicaties/beleidskader_fnv_lokaal_2009.asp
In de nota’s van de gemeente en van de Commissie Koopmans wordt weinig rekening gehouden met ouders met kinderen. Wij willen ouders met een uitkering die actief zijn met hun kinderen belonen en sportvereniging/vrijwilligersorganisaties, zelforganisaties ook belonen om actief en creatief de ouders die in de bijstand zitten te stimuleren en te ondersteunen.
Wij ondersteunen de voorstellen met betrekking tot de op te leggen voorwaarden en verplichtingen aan schuldeisers. Alleen begrijpen wij niet waarom er nu nog een ‘landelijk schuldenregister’ moet komen. We hebben toch al de BKR? Ook wordt niet duidelijk wat de gemeente bedoelt wanneer wordt gesproken over verdere koppeling van databanken waarvoor de gemeente bij het rijk gaat pleiten. Wat dat pleidooi gaat inhouden, wordt niet duidelijk.
Wij zijn ervan overtuigd dat armoedebestrijding waarbij getracht wordt nuggers te activeren, resultaten kan opleveren wanneer je vrouwen positief discrimineert, bijvoorbeeld door 70% van de gesubsidieerde banen te reserveren voor vrouwen.
In het traditionele gezin waarin de man betaald werk heeft en de vrouw het huishouden doet kan de situatie bestaan dat de man weinig startkwalificaties heeft en aangewezen is op ongeschoolde arbeid via een schoonmaakbaantje e.d. Hij verdient dan bijvoorbeeld 1300 euro netto per maand. Het is voor de man weinig stimulerend om dat te blijven doen wanneer de uitkering bijna even hoog is. Wanneer je nu zijn vrouw een gesubsidieerde baan aanbiedt, is het voor de man ook weer aantrekkelijker om een baan te nemen. Weinig positief vinden wij het voorstel vrouwen met kinderen die een cursus volgen (vaak verplicht) terwijl na die cursus geen direct uitzicht is op een baan, gedurende de cursus kinderopvang te bieden. Kinderen zitten eerst niet in de kinderopvang, komen dan 4 of 5 weken in de kinderopvang en daarna weer niet. Dat vinden wij slecht voor de kinderen.
Tot slot
De zelforganisaties zijn geen verlengstuk van de overheid, waarbij ze kunnen worden ingeschakeld in het opsporen van armoede. De kans is groot dat dit nog veel verder zal gaan en dat de eventuele gevonden informatie ook zal worden gebruikt door DWI. Dat kan alleen maar worden gezien als een verlengstuk van het opsporingsapparaat. Het mag allemaal mooi gebracht worden, en niet met zoveel woorden gezegd, maar we willen als zelforganisaties niet op deze manier worden gebruikt. Ook niet als een soort instrument voor de strijd tussen de wethouder en de ambtenaren, of als een excuus om schoonmaak te houden binnen het ambtenarenapparaat.
We kunnen met de overheid een dialoog aan gaan, maar die moet behalve op hierboven genoemde uitgangspunten zijn gebaseerd op het feit dat je armoede alleen kunt oplossen door iedereen, werkende of niet werkende, een behoorlijk inkomen te bieden. In de Nota Koopmans wordt steeds herhaald dat je armoede niet kunt oplossen door er geld in te pompen. Wij denken hier heel anders over. Maar dan geld om mensen echt uit de armoede te halen. Wij pleiten voor het verhogen van het minimum inkomen, de armoedegrens hoort te liggen op 125% van wettelijk minimum. Voor ons betekent dat verhogen van de bijstandsuitkering en verhogen van diverse toeslagen. Voor een effectieve bestrijding van de armoede moet men de bureaucratie aanpakken, gemeentelijke diensten moeten klantvriendelijk zijn, zelforganisaties en belangenbehartigende organisaties als volwaardig partner beschouwd.
Marktwerking wanneer het gaat om armoede bestrijding, heeft nooit resultaten opgeleverd. Wij pleiten voor grote terughoudendheid om de armoedeproblematiek te willen oplossen via reïntegratiebedrijven en -bureaus.
Kloof
In de huidige situatie schuilt een groot gevaar. De neoliberale regel en controlewoede waarbij desondanks grote groepen niet bereikt of geholpen worden, leidt ertoe dat organisaties en burgers zich afwenden van de overheid en er een kloof van wantrouwen is gaan ontstaan. Vele zelforganisaties, initiatieven van burgers en projecten willen zo weinig mogelijk meer met de gemeente of haar bureaucratische instellingen te maken hebben. Zij hebben het vertrouwen in die overheid verloren en hebben zoiets van: we organiseren het zelf wel, we gaan eigen maatschappelijke coalities aan, en regelen het zelf met eigen initiatieven. Er kan daarbij een Amerikaanse situatie gaan ontstaan: aan de ene kant wantrouwen de burgers de overheid, willen ze niet dat die dingen regelt en gaan ze zelf armoede bestrijden, via caritatieve instellingen, daarbij op hun beurt weer niet komend tot werkelijk structurele oplossingen. Aan de andere kant stemmen de burgers op politieke stromingen die de overheidsinvloed drastisch willen afbouwen en de mensen aan hun lot over willen laten. Met als resultaat dat op zich positieve collectieve arrangementen worden gesloopt. Naar onze overtuiging –en die van de wethouder- zijn beide nodig: collectieve arrangementen van de staat, om een sociaal vangnet te creëren bij de bestrijding van verarming en actieve burgers, die via zelforganisaties vanuit zichzelf hun menszijn- als sociaal wezen- op een creatieve manier vorm en inhoud geven. Helaas bieden de nota’s die de wethouder nu heeft geproduceerd weinig aanknopingspunten om dat beleid vorm te geven. Dat is de spiegel die wij u voorhouden.
Alliantie voor een Rechtvaardig Amsterdam (ARA) een samenwerkingsverband van 25 zelforganisaites, vrijwilligersorganisaties en belangengroepen.