Kort eerste verslag van de eerste conferentie van de Alliantie voor een Rechtvaardig Amsterdam. (ARA)

Een persoonlijke impressie van Piet van der Lende, lid van de coordinatiegroep. Een uitgebreider volledig verslag valt binnenkort te lezen op http://www.rechtvaardigamsterdam.nl

Op vrijdagmiddag 7 november 2008 om 14.00 uur hebben 80 mensen zich verzameld in de Mansveltschool in Bos en Lommer om de eerste stedelijke conferentie van ARA bij te wonen. Er waren verschillende vertegenwoordigers van de FNV, zelforganisaties van mensen met een minimuminkomen, en migrantenorganisaties aanwezig. De conferentie bestond uit inleidingen van Abdel Tallal namens ARA en Mirjam Pool die een boek geschreven heeft over verarming in Almelo en omgeving. (titel: ‘alle dagen schuld’) Vervolgens was er een forumdiscussie waaraan Raf Janssen van de landelijke Sociale Alliantie, Abdel Tallal, Mirjam Pool en Paul Scheerder van het Leefkringhuis aan deelnamen. Dagvoorzitter was Hans Krikke, diakonaal consulent van de PKN in Amsterdam. Na de forumdiscussie waren er drie werkgroepen en tenslotte was er een plenaire vergadering waar de resultaten van de werkgroepen besproken werden. Na afloop van de conferentie was er een gezellig samenzijn met eten, drinken en muziek.

De titel van de conferentie was: ‘is armoede onoplosbaar?’ Gezien de vele voorstellen die tijdens de conferentie gedaan werden waren de conferentiegangers van mening dat die vraag met een ontkennend nee moet worden beantwoord. Verrassend was, dat in de 3 workshops de aanwezigen in feite onafhankelijk van elkaar in veel opzichten dezelfde opvattingen formuleerden over wat de uitvoerende instanties en de lokale politiek moet/kan doen. Hoewel vele verschillende voorstellen werden gedaan, die in een uitgebreider verslag nog ter sprake zullen komen, formuleerden de aanwezigen in sterke mate gemeenschappelijke antwoorden op de tweedeling in Amsterdam en op de toenemende verarming in Nederland en andere landen. Anders gezegd: er werden zowel voorstellen geformuleerd die betrekking hebben op de (landelijke) inkomenspolitiek, een beleidsterrein waarop bijvoorbeeld de gemeente Amsterdam maar beperkt invloed kan uitoefenen, als voorstellen waar we in Amsterdam mee aan de slag kunnen gaan.

Inkomenspolitiek

Ten aanzien van de inkomenspolitiek werden de volgende punten naar voren gebracht:

  • Gelijk loon voor gelijk werk
  • Verarming tegengaan door te werken aan de armoedeval. Mensen op het absolute minimum komen in aanmerking voor allerlei kwijtscheldingen, toeslagen en extra ondersteuning. Als je gaat werken, raak je die ondersteuning vrijwel altijd (gedeeltelijk) kwijt als je een beetje boven het sociale minimum zit. De grenzen waarbij je voor verschillende toeslagenregelingen en kwijtschelding in aanmerking komt zouden omhoog moeten. Een voorbeeld is de kwijtschelding van gemeentelijke heffingen. Als je een ‘vermogen’ (beetje spaargeld) van 500 euro hebt kom je al niet meer voor kwijtschelding aan aanmerking.
  • Het minimumloon is te laag en moet omhoog om de werkende armen te ondersteunen maar ook om de aan het loon gekoppelde uitkeringen (het sociale minimum) te verhogen. In Bos en Lommer bijvoorbeeld zijn er veel mensen die hun gezin moeten onderhouden met een schoonmaakbaantje voor net 1.100 à 1.200 euro per maand.
  • Zelforganisaties moeten zich meer inzetten voor ‘werkende armen’ door samenwerking met de vakbonden, die bezig zijn specifieke projecten voor werkende armen op te zetten waarbij nadrukkelijk om maatschappelijke steun wordt gevraagd. (De zogenaamde ‘organizing’-campagnes)
  • Ook op lokaal niveau zal de schuldenproblematiek een belangrijk punt moeten zijn oa ten aanzien van:
    • Bureacratische doolhoven
    • Incassobureau’s en hun tarieven
    • Deurwaarders en hun tarieven
    • Sanering
    • WSNP

Lokaal beleid

Wat de uitvoeringspraktijk van uitvoerende instanties en het lokaal beleid betreft werden de volgende punten naar voren gebracht:

  • Meer maatwerk. Rekening houden met de persoonlijke omstandigheden van de betrokkene op basis van goede gesprekken en geen ingewikkelde bureaucratische standaardprocedures, rigide indelingen in stadia en trappen etc. waarbij de ambtenaren niet meedenken met voorstellen van de betrokkene maar ‘regeldenkers’ zijn die erop uit zijn mensen met al hun mogelijkheden en beperkingen in te passen in de van te voren geplande regeltjes, met te weinig respect voor en erkenning van beperkingen
  • In het licht van het bovenstaande zelfredzaamheid bevorderen door het scheppen van voorwaarden dat mensen zichzelf kunnen helpen. Dit moet ook een leidraad zijn op de spreekuren van de zelforganisaties. En dit kan oa gebeuren door acties, cursussen en trainingen. In dit verband werd gesteld dat je als spreekuurmedewerker ook van de bezoeker mag vragen dingen te doen en niet alles voor een ander proberen op te lossen. Als mensen constant er met de pet naar gooien en alles op een ander proberen af te schuiven is er iets mis. Maar ook de overheid kan veel doen door voorwaardenscheppende maatregelen in plaats van allerlei uitgebreide controlesystemen waarbij van bovenaf mensen op een negatieve manier onder druk worden gezet en lamgeslagen.
  • Eigen initiatief moet beter gestimuleerd en ondersteund worden, waarbij wordt gekeken naar wat mensen uit zichzelf al doen aan activiteiten, en wat die betekenen voor de maatschappij als geheel, zonder een eenzijdige gerichtheid op uitstroom naar (slecht) betaald werk voor mensen, die in het licht van de massawerkloosheid toch tot de kanslozen behoren. In de huidige uitvoeringspraktijk gebaseerd op gemeentelijke beleidsdoelstellingen leiden de maatregelen eerder tot een tegengaan van allerlei activiteiten en vrijwilligerswerk op het gebied van mantelzorg, sociale activiteiten en het belemmeren van bestaande sociale verbanden dan dat zij die bevorderen.

Ten aanzien van bovengenoemde punten zal nog gepraat moeten worden over hoe we dit uitwerken in concrete beleidsvoorstellen en in welke opzichten we kunnen aansluiten bij reeds genomen initiatieven en acties  of dat we als ARA het initiatief nemen. Verder moet worden opgemerkt dat we het naast gemeenschappelijke punten over verschillende dingen ook niet eens zijn en dat er nog veel gediscussieerd zal moeten worden over economische politiek, werkgelegenheidsbeleid en arbeidsmarktbeleid en de daarmee samenhangende sociale zekerheidsregelingen. Maar het unieke van de conferentie is, dat door een veelheid aan organisaties een denkrichting is neergezet, die een leidraad kan zijn voor gemeenschappelijk optreden in de toekomst. Een concreet initiatief op de conferentie is de oprichting van een Amsterdams Spreekurenoverleg in het kader van de ARA. Een van de werkgroepen ging daar gedeeltelijk over. Bij de werkgroep discussie waren 8 spreekuren in de stad aanwezig. De bedoeling is te komen tot een permanent overleg waar acties worden voorgesteld aan de plenaire vergadering  van ARA op basis van op de spreekuren gesignaleerde knelpunten, deskundigheid en informatie wordt uitgewisseld en onderzoeksprojecten worden opgezet.