De gemeente creëert haar eigen armoede

Merijn Oudenampsen

Laaggeschoold werk wordt onderbetaald
(eerder verschenen in Het Parool)

Onlangs publiceerde de gemeente Amsterdam de tiende Amsterdamse
armoedemonitor. Wat vooral opvalt uit de cijfers, naast een lichte daling
van het aantal armere huishoudens, is de forse stijging van het aantal
werkende armen.

Het aantal arme huishoudens met een ‘andere inkomstenbron’ - geen bijstand
en geen AOW – is gestegen van 17.390 in 2003 tot 25.325 in 2006, dat is een
op de drie van het totaal aan armere huishoudens. Het lijkt erop dat de
groei van werkende armen een trend is die zich zal doorzetten, alleen al
omdat men in de Amsterdamse armoedemonitor aangeeft deze groep “nog niet
goed in beeld te hebben”.

Wat doet de gemeente om deze minima huishoudens hogerop te helpen? Aan de
ene kant verschaft zij natuurlijk allerlei soorten bijstand en
kortingen: het armoedebeleid. Aan de andere kant creëert zij economische
mogelijkheden. De stokpaardjes van de Amsterdamse economie, de Zuidas en
Schiphol, zijn de banenmachines waarmee Amsterdammers in de komende jaren
aan het werk moeten worden geholpen. Dit is dan ook de reden waarom de
gemeente in deze sectoren veel publiek geld investeert. De gemeente heeft
25% van de aandelen van Schiphol in handen, en investeert vele honderden
miljoenen in de Zuidas.

De realiteit echter is dat daar waar het grote geld wordt verdiend - de
Zuidas en Schiphol zijn de twee duurste kantoorlocaties in Nederland – men
bijna al het lageropgeleid werk uitbesteedt: schoonmakers, beveiligers,
cateraars. Het is de gangbare praktijk van het beheer van kantoorgebouwen,
Facility Management, om in te kopen tegen de laagst mogelijke prijs. De
gevolgen voor werknemers zijn er ook naar: zo verdienen schoonmakers meestal
niet meer dan 9 euro bruto, en aangezien velen flexibel en parttime worden
ingezet, vallen grote groepen schoonmakers onder de werkende armen.

Terwijl de ene hand van de gemeente mensen uit de armoede probeert te halen,
is de andere hand druk bezig met het genereren van een gepolariseerde
arbeidsmarkt die juist armoede creëert. Hiermee wordt het sociaal beleid in
Amsterdam steeds meer een verkapte subsidie aan werkgevers om benedenmaatse
lonen uit te betalen. We bepleiten dat in Amsterdam, net zoals in London en
New York, sociale voorwaarden worden verbonden aan de investeringen die de
stad doet in de economie. Het is toch niet teveel gevraagd dat de rijkste
bedrijven in Nederland zorgen dat hun uitbestede werknemers een leefbaar
loon krijgen?

Nu is juist een week geleden een campagne in de schoonmaaksector van start
gegaan, schoonmakers voor een betere toekomst. Zowel op de Zuidas als op
Schiphol zijn schoonmakers langs gegaan bij bedrijven die via onderaanemers
de schoonmaak goedkoop inkopen. De bedrijven werden gevraagd om bij
uitbesteding zorg te dragen voor goede arbeidsvoorwaarden. Het zou de
gemeente sieren als zij ook haar gewicht in de schaal legt.

De auteur is politicoloog. Deze oproep aan de gemeente is medeondertekend door Remine Alberts (SP Amsterdam), Marco de Goede (Groen Links Amsterdam), Nuri Karabulut (DIDF), Evelyn Schwartz (Protestantse Diakonie Amsterdam), Mustafa Ayranci (HTIB), Hassan Ayi (KMAN)